Terreinbezoeken: een stappenplan

Joris volgt onze Rode Kruisprojecten op in Namibië en Malawi. Hij verblijft sinds juni in Windhoek, de hoofdstad van Namibië.

Projecten opvolgen in een land waar je niet woont is niet altijd gemakkelijk. Even een bureau binnenwandelen doet oneindig veel meer dan de zoveelste herinneringsmail, zeker in een land waar de internetverbinding bezwaarlijk betrouwbaar te noemen is.

Dus is het belangrijk om tijdig, in persoon, mijn Malawische collega’s te gaan begroeten, een waslijst aan operationele vraagstukken aan te pakken en de projecten op het terrein te bezoeken. En vorige week bleek dat via een stappenplan te verlopen.

Stap 1: hoofdzetel Malawische Rode Kruis

Op zo’n 10 uur vliegen van Windhoek (met tussenstops en overstappen en wachtperioden en transitzones en veel paspoortstempels) ligt Lilongwe, waar het Malawische Rode Kruis zijn hoofdkantoren heeft. Het moet gezegd: het is een absolute verademing om even zij aan zij met mijn Malawische collega’s te werken. Budgetherzieningen, eindrapporten, het verwerken van commentaren op beleidsteksen – op een tiental minuten geraken we verder dan weken van heen en weer gemail en krakende telefoons.

Om het eerstehulpproject goed op te volgen werd afgesproken om een van de afdelingen te bezoeken. Dus kwam stap 2.

Stap 2: regionale afdeling Blantyre

Op zo’n 4 uur rijden van Lilongwe ligt Blantyre, economische hoofdstad van Malawi en de voornaamste regionale uitvalsbasis van het eerstehulpproject. Een van de 5 eerstehulpinstructeurs verbonden aan de afdeling was die week bezig met een cursus bedrijfseerstehulp en daar wilde ik graag een keer bij zijn.

Bedrijfseerstehulp zorgt voor een win-win-situatie, zoals ze zeggen. Via bedrijfseerstehulp krijgt het Rode Kruis inkomsten binnen waarmee ze de afdeling draaiende kunnen houden (of toch daarnaar toewerken) en het bedrijf in kwestie stelt zich in regel met de (helaas weinig toegepaste) wet in Malawi die stelt dat elk bedrijf personeel met eerstehulpkennis in dienst moet hebben.

Fotobijschrift: De simulatie wat te doen bij een gekneusde ruggengraat wekte het meeste indruk: geen half werk in Malawi – het duurde twee dagen om de simulant uit zijn immobiliserings-positie te bevrijden.

De simulatie ‘Wat te doen bij een gekneusde ruggengraat’. Het Malawische Rode Kruis levert geen half werk.

Dit onderdeel loopt op het hoofdkwartier in de tweede grootste stad van Malawi. Maar hoe vertaalt ons eerstehulpproject zich in minder bedeelde gemeenschappen in het platteland? Daarvoor moeten we naar stap 3.

Stap 3: Afdeling Sambamwale

Op zo’n anderhalf uur hobbelig en stoffig rijden van Blantyre ligt Sambamwale. De bewoners zijn vooral boeren en handelaars – mensen die geen geld hebben om te investeren in een opleiding bedrijfseerstehulp, maar vooral ook geen tijd hebben om 5 dagen niet te werken.

Dus werkt het hier anders: een van de 75 door het project opgeleide gemeenschapsinstructeurs, heeft afgesproken om, gratis, dagelijks een uur of twee te spenderen aan de opleiding. Na het werk, voor het slapen gaan – wanneer iedereen kan. Ik vind het bijzonder bemoedigend te zien hoe deze mensen het nut van eerstehulpkennis inzien, en hoe het Rode Kruis in Malawi zich schikt en aanpast naargelang de context.

Fotobijschrift: de verschillende contexten visueel gevat: van een zompig grasperkje, een muur en een witte bash, naar een laagje zanderige grond en een statige acacia. Let ook op het temperatuurverschil, er zat nochtans maar 2 uur tussen.

Een immobilisatie-oefening, deze keer niet op gras, maar op zanderige grond. Op slechts 2 uur rijden van Blantyre zit je in een totaal andere omgeving.

Na de demonstratie met simulatie (verstikking en gebroken been deze keer) trekken we weer terug. Over Blantyre naar Lilongwe, 5 uur met de auto. Maar ik voel me veilig, met al die eerstehulpkennis rondom mij.

Auto’s op de schouders dragen

Els woont en werkt in Nepal waar ze projecten van Rode Kruis-Vlaanderen opvolgt in samenwerking met het Nepalese Rode Kruis rond eerste hulp, water en sanitatie.

Laatst kwam ik uit de supermarkt in Kathmandu en zag ik dat mijn auto was ingesloten. Het was slechts een kleine taxi die mijn weg blokkeerde. De bewaker van de parkeerplaats en een andere man waren zo assertief en vriendelijk om ‘het autootje’ eventjes uit de weg te duwen. Ik zou er niet aan gedacht hebben om dat te vragen, al is het geen opmerkelijke gebeurtenis in Nepal. Net zo min als het uitzonderlijk is dat ik in een taxi stap die eerst nog door een paar voorbijgangers moet worden aangeduwd omdat de startmotor blijkbaar kapot is. Ook daar kijk ik niet meer van op.

Waar ik nooit aan heb kunnen wennen, zijn de lokale bussen die veelal het dubbele aantal mensen vervoeren dan de capaciteit van de bus. Mensen zitten op het dak, naast de bestuurder en op rijstzakken die in het middenpad tot een meter hoog zijn opgestapeld. De bussen zijn vaak minimaal 20 jaar oud en rijden zo bepakt de bergen in over moeilijk begaanbare kronkelende bergwegen. Het is gevaarlijk en er gebeuren ook geregeld ongelukken mee.

Midden twintigste eeuw (en nog steeds) waren er geen autowegen in grote delen van Nepal. De eerste auto’s in Nepal werden daarom door dragers vanuit India naar Kathmandu gedragen. Deze foto uit 1958 was te vinden op een tentoonstelling over verkeersveiligheid in Kathmandu, die was georganiseerd door de verkeerspolitie.

Eentje uit de oude doos

Eentje uit de oude doos

De tijden zijn duidelijk veranderd. Met name in de afgelopen 10 jaar is het gemotoriseerd vervoer in Nepal, en vooral in de hoofdstad Kathmandu, reusachtig toegenomen. Ook het aantal doden en gewonden als gevolg hiervan is enorm gestegen. Rode Kruis-Vlaanderen steunt daarom met de Belgische overheid het Nepalese Rode Kruis door middel van een eerstehulpproject in het kader van verkeersveiligheid. Hierdoor hopen we onder andere het aantal verkeersongelukken terug te dringen en betrokkenen en/of omstanders effectiever te kunnen laten reageren bij een verkeersongeval.

Gevaarlijke mango’s

Dries is regioverantwoordelijke in Zuidelijk Afrika en volgt eerstehulpprojecten op in landen als Malawi, Swaziland en Namibië.

Onlangs bezocht ik ons project in Malawi. Op dat moment vond er een grote ontmoetingsdag plaats tussen Rode Kruisvrijwilligers, jeugdclubs en scholieren over Eerste Hulp. Dat wilde ik natuurlijk niet missen!

De opkomst was veel groter dan verwacht: naast een honderdtal jongeren waren ook zo’n honderd vrijwilligers naar de school afgezakt. Sommigen onder hen kwamen van zo’n 40 kilometer ver, met de fiets, het openbaar vervoer en te voet!

Na een traditioneel welkomstlied (‘wees welkom, wees vrij’) en een korte ontmoeting met de schooldirectrice die het schoolterrein ter beschikking stelt voor het Rode Kruis, begon het ‘officiële’ programma.

Er waren jeugdgroepen die via liedjes de Rode Kruisprincipes verspreidden (elke Rode Kruisvereniging is gebonden aan dezelfde 7 basisprincipes, nvdr).

Met muziek en dans worden de basisprincipes van het Rode Kruis uitgelegd.

Met muziek en dans worden de basisprincipes van het Rode Kruis uitgelegd.

Verschillende vrijwilligers gaven demonstraties Eerste Hulp.

Rode Kruisvrijwilligers tonen enkele eerstehulptechnieken.

Rode Kruisvrijwilligers tonen enkele eerstehulptechnieken.

Enkele jongeren demonstreren eerstehulptechnieken.

Enkele jongeren spelen met veel overtuiging.

Een theatergroep demonstreerde niet alleen enkele eerstehulptechnieken, maar kaartte in zijn toneeltje ook maatschappelijke zaken aan, zoals de ongelijkheid tussen man en vrouw. Leuk en educatief, ideaal om een boodschap te verspreiden, en ik genoot er samen met alle aanwezigen van.

Via een toneeltje

Via een toneeltje worden ook maatschappelijke thema’s bespreekbaar gemaakt.

En dan te bedenken dat Eerste Hulp pas een jaar geleden door het Malawische Rode Kruis, met de steun van Rode Kruis-Vlaanderen, in deze gemeenschap geïntroduceerd werd! Ik was zwaar onder de indruk.

In Malawi leeft nog sterk de overtuiging dat Eerste Hulp enkel door ‘professionelen’, zoals verpleegkundigen en dokters, kan worden toegediend. Door sensibilisatieacties, en vooral door training van instructeurs en vrijwilligers, proberen wij dat beeld bij te stellen en eerstehulpkennis te verspreiden onder de bevolking.

Bovendien leren we de bevolking zoveel mogelijk gebruik te maken van zaken die lokaal beschikbaar zijn, zoals een deken in plaats van een brancard of honing in plaats van brandwondenzalf. Zeker in landelijk gebied, waar weinig gezondheidswerkers zijn, is deze kennis essentieel.

Met een deken kan je ook een brancard improviseren.

Met een deken kan je ook een brancard improviseren.

Na de demonstraties was er tijd voor een gesprek met de aanwezigen. Toen ik vroeg wat enkele vaak voorkomende ongevallen zijn, bleek ‘breuken’ met stip op een te staan – vooral bij kinderen.

“Because of the mango’s”, verduidelijkte Linda, de projectcoördinator Eerste Hulp van het Malawische Rode Kruis. Het klimaat in de regio is ideaal voor mangobomen en kinderen houden nu eenmaal van mango’s. In plaats van te wachten tot de (overrijpe) mango’s uit de bomen vallen, klimmen veel kinderen er zelf in – om er vervolgens uit te vallen…

Ik herinnerde me hoe ikzelf als kind, samen met twee vrienden in een boom was geklommen, en hoe een van die vrienden er uit viel, met een gebroken arm tot gevolg. Sommige zaken zijn universeel.

In de eerstehulphandleidingen die we gebruiken, komen ook preventieve richtlijnen aan bod, kwestie van ongevallen ook te voorkomen. Misschien moeten we ook een stukje over ‘in bomen klimmen’ toevoegen…

Eerste Hulp redt levens!

Het Nepalese Rode Kruis organiseert, net als het Rode Kruis in België, eerstehulptrainingen voor de bevolking. Vorig jaar gaf het Rode Kruis bijvoorbeeld een driedaagse opleiding aan mensen met een fysieke handicap in het district Kailali.

We kunnen zonder overdrijven zeggen dat deze opleiding al het leven heeft gered van twee mensen.

De buurvrouw
Ram Yogundra Dhami is een leraar in een afgelegen dorp in de heuvels van Kailali. Ram is moeilijk te been. Als kind leed hij aan polio en daar heeft hij twee naar binnen gekeerde voeten aan over gehouden.

Enige tijd nadat hij de eerstehulpopleiding volgde, zag Ram zijn buurvrouw Ramita Bhul onder het bloed naar zijn huis lopen.

De cursisten van de opleiding Eerste Hulp in Kailali.

De cursisten van de opleiding Eerste Hulp in Kailali.

Ramita was eerder het bos ingegaan met een mand en sikkel om gras en bladeren te verzamelen voor het vee. Om bij het groen te kunnen komen, was zij in een boom geklommen en er uitgevallen. In haar val had zij met de sikkel een grote snee in haar rechterbovenbeen opgelopen.

Toen Ram haar zag, heeft hij het bloeden gestopt met verband, net zoals hij tijdens de eerstehulptraining had geleerd. Daarna bracht hij Ramita naar een verder gelegen medische post. De medewerkers lieten Ram weten dat hij het leven van zijn buurvrouw heeft gered door het bloeden van zo’n grote wond onmiddellijk te stoppen.

Het zoontje
Eigenlijk wilde Phul Maya Tamang de eerstehulptraining eerst niet volgen. Ze dacht dat het te moeilijk zou zijn voor haar en maakte zich ook zorgen dat er niemand op haar zoontje van twee jaar zou kunnen passen tijdens de training.

De mensen uit haar gemeenschap overtuigden haar uiteindelijk om deel te nemen. Tot haar verbazing begreep ze de uitleg wel en vond ze het zelfs erg interessant. Niet veel later kon ze haar kennis en vaardigheden over eerste hulp al in de praktijk omzetten.

Phul Maya was aan het koken terwijl haar tweejarige zoontje op de grond met muntjes speelde. Toen ze zich nog een keer omdraaide, zag ze haar zoontje bewusteloos op de grond liggen. Het schoot haar direct te binnen dat hij wellicht een muntje had ingeslikt.
Meteen klopte ze haar zoontje een paar keer op de rug waardoor hij het muntje uithoestte en weer bij bewustzijn kwam.

Zonder de eerstehulptraining had Phul Maya niet geweten wat ze had moeten doen. Ze is dan ook erg dankbaar en trots dat ze via de opleiding het leven van haar zoontje heeft gered. Ook andere mensen uit haar dorp komen nu naar haar toe voor verzorging. Als ze hen niet kan helpen verwijst ze de mensen door naar de medische post. Phul Maya blaakt nu van het zelfvertrouwen en is blij dat ze ten dienste kan staan van haar gemeenschap.

Al doende leert men

Liesbeth werkt meestal op de hoofdzetel van het Rode Kruis in Mechelen als didactisch expert. In december was ze evenwel enkele dagen in Nepal waar ze didactische ondersteuning gaf aan  Nepalese collega’s.

Lesgevers Eerste Hulp in Nepal hebben een grote uitdaging tijdens hun lessen: de grote diversiteit van de deelnemers. Sommigen zijn hoog- of laaggeschoold, geletterd of niet-geletterd, man of vrouw, jong of oud, …

In december was ik enkele dagen in Nepal om didactische ondersteuning te geven aan de mastertrainers. Dat zijn lesgevers die lesgevers Eerste Hulp kunnen opleiden. We bogen ons over deze twee vragen:

  • Hoe zorg je ervoor dat lesgevers een goede eerstehulples kunnen geven aan een divers publiek?
  • Wat moet je vrijwillige lesgevers bijbrengen opdat ze met deze diversiteit om kunnen?
Mastertrainers aan het werk tijdens de driedaagse opleiding.

Mastertrainers aan het werk tijdens de driedaagse opleiding.

Tijdens deze workshop discussieerden we over de geschikte doelstellingen en werkvormen voor het onderdeel Didactiek in de lesgeversopleiding. Didactiek staat voor het onderzoek naar de elementen  van een krachtige leeromgeving. Wat hebben mensen nodig in een les, in een cursus om optimaal te kunnen leren? En hoe kan je dat als lesgever voorzien? Waar moet je op letten?

Tijdens de workshop was er ruimte voor discussie met de andere departementen van het Nepalese Rode Kruis. Zo organiseert het departement Water en Sanitatie bijvoorbeeld ook lesgeversopleidingen.

Uiteindelijk besloten we dat de tips die we in de handleiding Didactiek opstellen voor lesgevers Eerste Hulp ook heel nuttig kunnen zijn voor lesgevers Hygiëne of Rampenparaatheid.

Het was een boeiende uitwisseling tussen de mastertrainers onderling en mezelf. Het eindresultaat, een handleiding voor de lessen didactiek, wordt verwacht voor het einde van dit jaar.

Ik leerde zelf ook enkele dingen bij. Bijvoorbeeld dat het samen werken aan lesvoorbereidingen voor een nieuwe les efficiënt is. Door drie dagen samen te zitten, elkaar te inspireren en feedback te geven, ligt er snel een sterk resultaat.

Of nog: in Nepal werkt men met pre- en posttests – ook bij de lesgeversopleiding. Door goed in kaart brengen wat de voorkennis van de deelnemers is, kan je 1) je lessen aanpassen aan het niveau van de groep, 2) nadien controleren wat de bijdrage van de lesgeversopleiding in hun kennis en vaardigheden is. Om over na te denken bij de evaluatie van het lesgeverstraject voor eerstehulplesgevers van Rode Kruis-Vlaanderen.

Winter in Nepal

Liesbeth werkt meestal op de hoofdzetel van het Rode Kruis in Mechelen. In december was ze evenwel enkele dagen in Nepal voor de opvolging van het project ‘Didactiek in het Zuiden’. Haar eerste bericht over haar verblijf ter plaatse verscheen al eerder hier.

Het is er koud”, zei men. Ik vroeg aan Els, onze Rode Kruisafgevaardigde ter plaatse: “Hoe koud is het dan?”. “Het is hier echt koud,” zei Els. Dus zaterdag ging Liesbeth nog snel op zoek naar een echt dikke winterjas, winterschoenen en een muts om zondag naar het winterse Nepal te vertrekken voor de afronding van het project ‘Didactiek in het Zuiden’.

En nu zit ik hier. Met mijn rug in de zon, in mijn truitje, met half dichtgeknepen ogen naar mijn scherm te kijken dat ik niet kan lezen met die zon erop. Je denkt waarschijnlijk: “Ja, wij hebben in de winter toch ook zon”, en dat is waar. Maar de zon hier is warm! Heerlijk warm! Mei-warm met het gevoel: nog even en het is zomer!

Ok, ik heb geslapen met dikke sokken aan en een onderhemd onder mijn dikke pyjama, onder een deken én een gigantische dons. En ok, uit bed komen was niet fijn. En ok, ik heb me er vanaf gemaakt met een kattenwasje aan de wasbak, want een douche zag ik echt niet zitten. En ok, heel de voormiddag stond ik met mijn nieuwe jas en mijn sjaal les te geven aan een groep mensen in dikke jassen en mutsen. Dus ja, het is hier koud. Vooral binnen (er is nergens centrale verwarming). Vooral ’s morgens en ’s avonds (als de zon er niet is, koelt het onmiddellijk af).

Maar jongens… zo’n warm zonnetje op je gezicht in december is de max!

Mo feri anchou!

Liesbeth werkt meestal op de hoofdzetel van het Rode Kruis in Mechelen. In december was ze evenwel enkele dagen in Nepal waar ze didactische ondersteuning gaf aan  Nepalese collega’s. 

“Mo feri anchou” (I’ll be back): dat is wat ik zei tijdens mijn afscheidsspeech in juni. Toen was ik in Nepal om het project ‘Didactiek in het Zuiden’ op te starten bij het Nepalese Rode Kruis. Drie weken lang maakte ik deel uit het van team van stafmedewerkers Eerste hulp en vrijwillige eerstehulplesgevers die nieuwe trainers opleiden. Een prachtige ervaring!

De eerstehulpopleidingen in Nepal zijn al erg sterk en het was fijn te kunnen meewerken aan de verbetering ervan. Tijdens mijn verblijf in juni werkte ik onder andere drie dagen met mastertrainers. Dat zijn lesgevers die andere lesgevers kunnen opleiden.

Ik gaf hen enkele tips over hoe je volwassenen kan laten leren:

  • maak het actief
  • zorg voor een motiverende sfeer
  • varieer in je aanpak en je materialen
  • werk gestructureerd

Om de lesgeversopleiding te verbeteren probeerden we dingen uit en discussieerden er dan over.

Groepsfoto met de mastertrainers, Liesbeth is de tweede van rechtsonder.

Groepsfoto met de mastertrainers, Liesbeth is de tweede van rechtsonder.

En nu ben ik terug. Ik ben hier om samen met de mastertrainers het project af te ronden. We schrijven een handleiding ‘Didactiek voor mastertrainers’. Die zal niet alleen voor de eerstehulpopleidingen gebruikt worden, maar ook voor de andere lesgeversopleidingen. De inzichten die ik nu opdoe, breng ik bovendien mee naar België.

Wat een fijn weerzien was het! En hoe vlot gaan de discussies nu: we staan echt op dezelfde lijn. We willen hetzelfde: nog betere eerstehulpopleidingen, op maat van de diversiteit aan deelnemers in een land als Nepal. Ik kijk uit naar het resultaat!