Het leven zoals het is: Tracing

Maarten werkt sinds kort op de dienst Tracing van Rode Kruis-Vlaanderen. Deze dienst herstelt het contact tussen familieleden die elkaar uit het oog verloren door oorlog, rampen of migratie. Op 30 augustus, de ‘Dag van de Vermisten’,  vraagt het Rode Kruis aandacht voor alle mensen die geen idee hebben over het lot van hun geliefden.

Tracing moet zo wat de minst bekende activiteit van het Rode Kruis zijn. Toch is het weten wat het lot is van een geliefd persoon even belangrijk als voedsel, kledij, onderdak of medische verzorging. Om een idee te geven hoe het er bij ons aan toe gaat, nodig ik je uit om een dag in mijn spoor te volgen.

06.50
Wekker loopt af. Toch wel een beetje een tegenvaller gezien onze pasgeboren dochter vandaag besliste om de dag en de nacht eens om te draaien.

07.30
Na een kort ontbijt sta ik gepakt en gezakt klaar om mijn ‘stalen ros’ te bestijgen en mijn dagelijks fietstochtje van Puurs naar Mechelen aan te vatten. Gezien ik toch een goeie 50 minuten op de fiets zit, heb ik tijd genoeg om na te denken over wat mij die dag te wachten staat.

Oh ja! Vandaag een groepsessie Syrië. We verwachten een tiental Syriërs die info komen inwinnen over de procedure tot gezinshereniging met hun vrouw en kinderen die nog in Syrië (of een buurland er van) verblijven.

De Belgische wetgeving voorziet in het recht op gezinshereniging. Het is bij wet bepaald dat alleen de partner en minderjarige kinderen van een persoon met legaal verblijfsstatuut in aanmerking komen voor een visum in het kader van familiehereniging.
Wel een beetje spannend, want het is de eerste keer dat ik dit alleen moet doen. Ik overloop al even in mijn hoofd wat ik ter voorbereiding van de sessie nog moet doen.

08.40
Fris gedoucht kom ik het bureau binnen. Nog voor ik aan iets begin, bekijk ik nog even met Nadia, verantwoordelijke van de dienst, of ik niets vergeten ben…

Affiche van mensen die op zoek zijn naar familie.

Affiche van mensen die op zoek zijn naar familie.

09.05
Klop, klop. Karin van het onthaal laat weten dat de eerste cliënten aangekomen zijn. Ook de tolk is reeds gearriveerd (gelukkig maar, want mijn Syrisch staat nog niet op punt).

09.55
Bijna alle mensen die een afspraak hadden zijn aanwezig. Hier en daar zie ik dat er al wat informatie uitgewisseld wordt tussen de deelnemers. De meesten halen hun documenten tevoorschijn.

10.10
‘Good morning everybody, my name is Maarten and today I will give you more information about family reunion…’

Tijdens deze sessie vertel ik de aanwezigen, die als erkend vluchteling of subsidiair beschermde in ons land verblijven, over de mogelijkheden tot gezinshereniging met hun echtgeno(o)t(e)  en hun minderjarige kinderen. Helaas moet ik tijdens de sessie al enkele mensen teleurstellen die hun meerderjarige kinderen naar België willen laten overkomen. Deze dossiers worden (buiten enkele uitzonderingen) niet door het Rode Kruis opgevolgd. Uiteraard mogen zij de sessie mee volgen, maar voor hen zal kunnen we geen dossier opmaken…

12.00
Mijn presentatie loopt stilaan ten einde en ik ben blij dat ik het er zonder kleerscheuren vanaf heb gebracht. Gelukkig zaten er enkele mensen in de groep die al ervaring hadden met procedures voor familiereünie. Omdat zij informatie uit eigen hand hebben, kan ik mijn eigen kennis ook wat bijschaven.

14.15
Na de groepsessie krijgt elke deelnemer de kans om een tracingmedewerker apart te spreken om wat specifieke vragen te stellen.

Ik krijg onder andere Omar (niet zijn echte naam, nvdr) voor mij. Zijn vrouw verblijft op dit moment in Turkije en is daar helemaal alleen. Zij is analfabeet en kan in Turkije niemand vinden die haar kan helpen. Omar stelt ons de vraag hoe wij dit kunnen oplossen. Jammer genoeg hebben we voor dit soort vragen ook niet altijd een pasklaar antwoord. We rekenen hiervoor op zelfredzaamheid van de mensen zelf.

Ik help Omar op weg met een aantal gerichte vragen: waar verblijft ze, kent zij nog andere Syriërs, kan er iemand naar haar toe reizen? Meestal  vinden we samen wel een uitweg.
Deze keer bleef bijna iedereen voor een persoonlijk gesprek wat er voor zorgde dat ik mij meermaals  moest excuseren voor mijn knorrende maag. Ook de maag van de tolk leek te protesteren.

14.30
Onze tolk wordt bedankt voor de bewezen dienst en ik ruim mijn bureau op dat gevuld ligt met nieuwe dossiers.

Maarten aan het werk.

Maarten aan het werk.

15.00
Na mijn middagmaal/3-uurtje doe ik even mijn mail open. Gelukkig niet te veel dringende zaken. Mijn hoofd tolt nog een beetje van de vele gesprekken waardoor ik mij nog moeilijk kan concentreren op andere dingen. Ik beslis dan maar om al enkele dossiers in te geven, nu alles nog vers in mijn hoofd zit.

15.45
Smsje van mijn vrouw: “ Om 17u bij Kind & Gezin, niet vergeten hé!!”
Ik stuur terug: ”Nee nee, ik ben het niet vergeten!”
Eigenlijk bedoelde ik: “Dat was ik helemaal vergeten!” Snel sluit ik alles af en ruim ik op voordat ik op de fiets spring richting puurs!

16.35
Ergens tussen Mechelen en Puurs begint het plots door te dringen…  Hoewel ik wellicht kletsnat en met verzuurde benen zal thuis komen omdat ik te laat vertrokken ben, moet ik eigenlijk niet klagen. In de groep van vanmorgen zaten ook jonge vaders. Velen onder hen hebben hun kinderen al lang niet meer gezien, weten maar amper hoe ze er uit zien of hoe groot ze ondertussen zijn geworden. Zij moeten ’s nachts misschien niet uit hun bed en komen ook niet te laat bij Kind & Gezin, maar zouden er alles aan doen om mijn situatie te kunnen delen.

Hopelijk ben ik er vandaag in geslaagd om hen terug een stapje dichter te brengen bij hun allergrootste wens.

Meer weten over tracing? Neem dat zeker een kijkje op deze website.

Terreinbezoeken: een stappenplan

Joris volgt onze Rode Kruisprojecten op in Namibië en Malawi. Hij verblijft sinds juni in Windhoek, de hoofdstad van Namibië.

Projecten opvolgen in een land waar je niet woont is niet altijd gemakkelijk. Even een bureau binnenwandelen doet oneindig veel meer dan de zoveelste herinneringsmail, zeker in een land waar de internetverbinding bezwaarlijk betrouwbaar te noemen is.

Dus is het belangrijk om tijdig, in persoon, mijn Malawische collega’s te gaan begroeten, een waslijst aan operationele vraagstukken aan te pakken en de projecten op het terrein te bezoeken. En vorige week bleek dat via een stappenplan te verlopen.

Stap 1: hoofdzetel Malawische Rode Kruis

Op zo’n 10 uur vliegen van Windhoek (met tussenstops en overstappen en wachtperioden en transitzones en veel paspoortstempels) ligt Lilongwe, waar het Malawische Rode Kruis zijn hoofdkantoren heeft. Het moet gezegd: het is een absolute verademing om even zij aan zij met mijn Malawische collega’s te werken. Budgetherzieningen, eindrapporten, het verwerken van commentaren op beleidsteksen – op een tiental minuten geraken we verder dan weken van heen en weer gemail en krakende telefoons.

Om het eerstehulpproject goed op te volgen werd afgesproken om een van de afdelingen te bezoeken. Dus kwam stap 2.

Stap 2: regionale afdeling Blantyre

Op zo’n 4 uur rijden van Lilongwe ligt Blantyre, economische hoofdstad van Malawi en de voornaamste regionale uitvalsbasis van het eerstehulpproject. Een van de 5 eerstehulpinstructeurs verbonden aan de afdeling was die week bezig met een cursus bedrijfseerstehulp en daar wilde ik graag een keer bij zijn.

Bedrijfseerstehulp zorgt voor een win-win-situatie, zoals ze zeggen. Via bedrijfseerstehulp krijgt het Rode Kruis inkomsten binnen waarmee ze de afdeling draaiende kunnen houden (of toch daarnaar toewerken) en het bedrijf in kwestie stelt zich in regel met de (helaas weinig toegepaste) wet in Malawi die stelt dat elk bedrijf personeel met eerstehulpkennis in dienst moet hebben.

Fotobijschrift: De simulatie wat te doen bij een gekneusde ruggengraat wekte het meeste indruk: geen half werk in Malawi – het duurde twee dagen om de simulant uit zijn immobiliserings-positie te bevrijden.

De simulatie ‘Wat te doen bij een gekneusde ruggengraat’. Het Malawische Rode Kruis levert geen half werk.

Dit onderdeel loopt op het hoofdkwartier in de tweede grootste stad van Malawi. Maar hoe vertaalt ons eerstehulpproject zich in minder bedeelde gemeenschappen in het platteland? Daarvoor moeten we naar stap 3.

Stap 3: Afdeling Sambamwale

Op zo’n anderhalf uur hobbelig en stoffig rijden van Blantyre ligt Sambamwale. De bewoners zijn vooral boeren en handelaars – mensen die geen geld hebben om te investeren in een opleiding bedrijfseerstehulp, maar vooral ook geen tijd hebben om 5 dagen niet te werken.

Dus werkt het hier anders: een van de 75 door het project opgeleide gemeenschapsinstructeurs, heeft afgesproken om, gratis, dagelijks een uur of twee te spenderen aan de opleiding. Na het werk, voor het slapen gaan – wanneer iedereen kan. Ik vind het bijzonder bemoedigend te zien hoe deze mensen het nut van eerstehulpkennis inzien, en hoe het Rode Kruis in Malawi zich schikt en aanpast naargelang de context.

Fotobijschrift: de verschillende contexten visueel gevat: van een zompig grasperkje, een muur en een witte bash, naar een laagje zanderige grond en een statige acacia. Let ook op het temperatuurverschil, er zat nochtans maar 2 uur tussen.

Een immobilisatie-oefening, deze keer niet op gras, maar op zanderige grond. Op slechts 2 uur rijden van Blantyre zit je in een totaal andere omgeving.

Na de demonstratie met simulatie (verstikking en gebroken been deze keer) trekken we weer terug. Over Blantyre naar Lilongwe, 5 uur met de auto. Maar ik voel me veilig, met al die eerstehulpkennis rondom mij.

Afrekenen met hiv/aids

An volgt in Oeganda de projecten van Rode Kruis-Vlaanderen op rond eerste hulp , weeskinderen en water en sanitatie.

In 2011 zamelde Music For Life geld in voor weeskinderen van ouders die aan aids gestorven zijn. Rode Kruis-Vlaanderen ondersteunde met de opbrengst van de campagne programma’s voor weeskinderen in onder andere Oeganda. (Meer info over waar het Music For Life-geld naartoe is gegaan, vind je op deze website).

Prosper

Prosper

Prosper Byonanebye is projectmanager van het Oegandese programma voor weeskinderen in Zuidwest-Oeganda. Eind juli was hij – net als Bill Clinton, Bob Geldof en 14.000 anderen – aanwezig op de 20st internationale Aidsconferentie  in Australië. Na terugkomst in Oeganda stelde ik hem enkele vragen.

Dag Prosper, waarom wou je eigenlijk naar de conferentie gaan?

“Voornamelijk om ervaringen van het Oegandese Rode Kruis te delen met anderen en om bij te leren. Tijdens zo’n internationale bijeenkomst kom je altijd de laatste ontwikkelingen en trends te weten in het domein van hiv/aids. Zo kunnen we nadenken over hoe we huidige en toekomstige activiteiten kunnen verbeteren.”

De conferentie was hard getroffen door de M17-vliegtuigcrash. Meer dan 100 deelnemers kwamen om in de crash. Hoe zijn de organisatoren en de deelnemers omgegaan met deze tragedie?

“Er werd meteen een speciale ruimte ingericht waar deelnemers terecht konden voor begeleiding en informatie. Sommige verloren immers vrienden en naaste collega’s.

De organisatie belegde ook enkele crisisvergaderingen om te kijken hoeveel workshopbegeleiders er weggevallen waren en wie de workshop kon overnemen. De Wereldgezondheidsorganisatie bijvoorbeeld verloor 4 deelnemers. Collega’s van het Australische kantoor van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn bijgesprongen.

Tegelijkertijd heeft men – vooral tijdens de openingssessies- opgeroepen om de tragedie om te buigen in hard werk en resultaten als de beste manier om eer en respect te betonen aan de vele onderzoekers en projectwerkers die hun leven hebben gelaten op weg naar de conferentie.”

De deelnemers van de conferentie roepen op tot toegang tot medicijnen voor iedereen.

De deelnemers van de conferentie roepen op tot toegang tot medicijnen voor iedereen.

Welk moment is je het meeste bijgebleven?

“ Ik was erg geraakt door een getuigenis van 2 zusjes, 8 en 10 jaar oud. Hun beide ouders zijn hiv-positief, de twee kinderen hebben de ziekte gelukkig niet. De vader is al overleden. Door vooroordelen leefde het gezin geïsoleerd in hun dorp. Dankzij huisbezoeken van een lokale ngo in Indonesië heeft de moeder nu toegang tot medicatie. Haar gezondheid is nu goed. Door te werken rond stigmatisering, is ook hun sociaal isolement doorbroken.”

Beïnvloedt zo’n bijeenkomst je manier van werken?

“Oh ja. Zo’n internationale bijeenkomst werkt heel motiverend. En door te observeren, te discussiëren en door wereldwijde nieuwe innovaties te ontdekken, leer ik bij, meer dan dat ik gewoon informatie online lees.

Door deze conferentie is bijvoorbeeld mijn idee veranderd over de definiëring van de meest kwetsbaren. Mijn vertrouwen is ook gesterkt om meer samen te werken met universiteiten en onderzoekscentra.

Enkele deelnemers na de openingsceremonie

Enkele deelnemers na de openingsceremonie

Wat is volgens jou de weg die de wereld moet gaan om met hiv/aids af te rekenen?

Er moet op verschillende niveaus stappen genomen worden. Ik geef er een aantal:

  • De verschillende spelers, van donor in het Noorden tot projectmedewerker op het terrein in het Zuiden, zouden beter moeten samenwerken om fondsen te organiseren.
  • Er zou een sterkere wetenschappelijke opvolging moeten zijn om ervaringen en lessen te onthouden en te delen.
  • Er zou breder moeten gekeken worden. Over het algemeen kijken hiv/aids-projecten vaak alleen naar de zieke. Deze wordt dan psychologisch en lichamelijk ondersteund. Eens die persoon zijn/haar leven terug onder controle heeft, is hij of zij geen zieke meer, maar wel nog kwetsbaar en is er nood aan het opleiden van die persoon, het geven van zaden,… zodat hij of zij ook economisch actief kan worden. Het is dus belangrijk om meerdere levensdomeinen te integreren in een hiv/aids-project.
  • Er is nood aan het verbeteren en experimenteren met nieuwe methodes om (nieuwe) risicogroepen te bereiken.
  • Ik denk ook dat er meer middelen nodig zijn voor preventie. Deze preventie zou zich moeten richten op zowel gedragswijzigingen en medische interventies zoals medicatie voor bijvoorbeeld zwangere vrouwen.

Bedankt Prosper. Geef de strijd nooit op!