‘Je moet problemen benoemen om ze te kunnen aanpakken’

Laura is stafmedewerker Internationaal Humanitair Recht bij Rode Kruis-Vlaanderen.

Dinsdag 31 maart. Vanavond sluiten we de 18de editie van de Lessenreeks internationaal humanitair recht af met een panelgesprek over een actueel thema. Dit jaar hebben we gekozen voor het thema ‘seksueel geweld in conflictgebieden’. Geen evident onderwerp, zo merkten we bij de zoektocht naar experten. Ik ben heel opgelucht dat we toch vier interessante sprekers hebben gevonden.

lessenreeks kl 1Na een korte introductie gaat het panelgesprek van start. De sprekers praten over de psychosociale begeleiding en medische zorg die slachtoffers (zouden moeten) krijgen maar ook de moeilijke toegang van slachtoffers tot het rechtssysteem.  ‘Je moet problemen benoemen om ze te kunnen aanpakken’, zegt een van de sprekers. Ik vind het boeiend omdat elk panellid wel een ander aspect van de problematiek belicht.

Het panelgesprek toont aan dat het gekozen thema actueel is: seksueel geweld is nog steeds wijdverspreid en wordt tegelijkertijd onderschat. Door schaamte en angst voor wraak of verstoting komen slachtoffers vaak niet naar buiten met hun verhaal.

De sprekers zetten enkele belangrijke misvattingen recht: zo worden niet enkel vrouwen en meisjes het slachtoffer van seksueel geweld, maar ook mannen en jongens, vooral in gevangenschap. Ook is het fenomeen niet te linken aan één bepaald conflict maar komt het wereldwijd in verschillende soorten conflicten voor.

Het expertenpanel bestond uit Hilde Sagon (ICRC), Suzanne Monkasa (consultant Raad voor Afrikaanse Gemeenschappen in België), Valery Super (voormalig assistent legal officer Internationaal Strafhof) en Marleen Bosmans (Hiv- en aidsexpert BTC).

Het expertenpanel bestond uit Hilde Sagon (ICRC), Suzanne Monkasa (consultant Raad voor Afrikaanse Gemeenschappen in België), Valery Super (voormalig assistent legal officer Internationaal Strafhof) en Marleen Bosmans (Hiv- en aidsexpert BTC) en Axel Vande veegaete van Rode Kruis-Vlaanderen als moderator.

En toch onthoud ik vooral dat er ook – bescheiden – positieve evoluties zijn. Zo neemt de aandacht voor bestraffing van daders van seksueel geweld toe en zetten hulporganisaties zoals het Rode Kruis in op preventie en een multidisciplinaire hulpverlening.

Ik ben niet de enige die van het gesprek geniet. Wanneer ik me omdraai naar de deelnemers in de zaal ben ik blij dat de meesten aandachtig aan het luisteren zijn. Nadat de moderator het debat heeft geopend, stelt het publiek enkele kritische vragen over de rol van religie en tradities en ontwikkelingssamenwerking.

Deze editie sluiten we af met een receptie. Ik hoor verschillende deelnemers nog verder praten over het thema en sommigen spreken de panelleden aan. Het thema onder de aandacht brengen is dus geslaagd!

Gezellige competitie

Marijke werkt sinds september als stafmedewerker Internationaal Humanitair Recht bij Rode Kruis-Vlaanderen.

Vorige week was het zo ver. De Frits Kalshoven Competitie ging, na maanden voorbereiding, eindelijk van start. In deze pleitwedstrijd over het internationaal humanitair recht (IHR) kruisen teams van rechtenstudenten uit Nederland en België een week lang de degens.

Samen met onze collega’s van het Nederlandse Rode Kruis hebben we vele maanden hard gewerkt om de studenten via lezingen, rollenspelen, een quiz, bezoek aan het Internationaal Strafhof,… te kunnen onderdompelen in het humanitair recht. Het was voor mij de eerste keer dat ik dit evenement mee zou begeleiden. Spannend!

De rechtsstudenten buigen zich over een casus. (c) Ben Aarts

De rechtsstudenten buigen zich over een fictieve casus. (c) Ben Aarts

Het rollenspel vond ik de leukste activiteit van de competitie. Via dit spel testten we de parate kennis van de studenten over het humanitair recht, hun communicatieve vaardigheden, stressbestendigheid en creativiteit. Het was zeer fijn te merken dat de studenten onmiddellijk in hun rol zaten als woordvoerder van een fictief land of als medewerker van het Internationale Rode Kruiscomité.

De rollenspelen waren een goede voorbereiding op het slotevenement: de pleitwedstrijd zelf. De dag voordien ontvingen de deelnemers een fictieve casus die ze tijdens de wedstrijd als eiser of verweerder dienden te bepleiten voor een professionele jury. Het was leuk om te zien dat de tips en tricks die we de studenten hadden meegeven na de rollenspelen onmiddellijk in praktijk werden gebracht.

Wat mij het meest zal bijblijven van deze week is de gezellige sfeer onder de deelnemers. De competitieweek was nog maar net van start gegaan en het leek al alsof ze elkaar al jaren kenden. Dit gevoel heeft gedurende de hele week standgehouden. Tijdens de serieuze momenten ging ieder voor de winst, maar daarnaast was er van competitiviteit geen sprake.

Benieuwd welke universiteit de Frits Kalshoven Competitie gewonnen heeft? Neem dan hier een kijkje.

Gezondheid in gevaar

Marijke werkt sinds september als stafmedewerker Internationaal Humanitair Recht bij Rode Kruis-Vlaanderen.

Stormachtig weer, de begrafenis van koningin Fabiola en onaangekondigde stakingen op het Brusselse tramnet. Een dag waarvan je denkt “ik kan beter in mijn bed blijven”. Wie echter van internationaal humanitair recht houdt, houdt ook van een uitdaging en dus trok ik naar Brussel voor een infosessie over ‘health care in danger’ die we samen met de Waalse collega’s organiseerden in het federaal parlement.

Met de Waalse collega's in het federaal parlement.

Met de Waalse collega’s in het federaal parlement.

‘Health care in danger’ gaat over geweld tegen gewonden en zieken, medisch personeel, medische faciliteiten en voertuigen en hun ernstige humanitaire gevolgen. Wie bijvoorbeeld een dokter treft, raakt onrechtstreeks ook zijn patiënten!

Voor deze infosessie hadden we parlementairen en hun medewerkers uitgenodigd. Zij kunnen vanuit hun positie de promotie van het respect voor humanitair recht ondersteunen. Het aantal aanwezigen kon beter, maar als elke aanwezige de boodschap doorgeeft aan een collega bereiken we een groot publiek. Is mond-tot-mondreclame trouwens niet de beste reclame?

En dat reclame noodzakelijk is bewijzen de statistieken die tijdens de presentatie naar voor kwamen. Zo zijn er tussen januari 2012 en juli 2014 maar liefst 2.375 gewelddadige incidenten gerapporteerd tegen gewonden en zieken, medisch personeel of medische faciliteiten en voertuigen.

icrc-cholera-tentWe riepen de aanwezigen op om verder actie te ondernemen. De positieve reacties gaande van “ik sta tot uw beschikking voor verdere gelijkaardige initiatieven” tot “ik ga deze informatie verder verspreiden binnen het kabinet waar ik werk” tonen aan dat we er goed aangedaan hebben toch uit ons bed te komen.

Wil jij ook meer weten over het  internationaal humanitair recht? Hou zeker onze website in het oog.

Portugese drones

Laura staat in voor de verspreiding van het Internationaal Humanitair Recht in Vlaanderen. Ze geeft onder andere opleidingen aan studenten, journalisten, militairen en beleidsmakers.

Half april was ik voor het eerst in Lissabon. En zag ik voor het eerst een drone…

Ik reisde naar Lissabon voor een jaarlijkse meeting met collega’s van andere Europese nationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen. Tijdens een vrij moment verkende ik samen met een Zwitserse collega de straten van Lissabon.

Plots botsten we op een vrolijke demonstratie van mannen met zwarte hoedjes. Toch was het niet zo zeer hun hoofddeksels die mijn aandacht trok. Boven hun hoofden vloog een klein toestel.

droneHet toestel in kwestie had een kleine camera en leek van op een afstand te worden bestuurd. Een drone! Het deed mij onmiddellijk denken aan het ‘grotere broertje’ hiervan: de drones die gebruikt worden in hedendaagse conflicten.

De term ‘drones’ wordt gebruikt om onbemande vliegtuigen mee aan te duiden. Deze kunnen zowel ongewapend als gewapend zijn. Gewapende drones worden tegenwoordig vaak ingezet in gewapende conflicten, denk maar aan Afghanistan of Jemen.

Wie gewapend conflict zegt, zegt internationaal humanitair recht. Internationaal humanitair recht is het geheel van regels dat van toepassing is wanneer er sprake is van een gewapend conflict. Het beschermt de personen die niet (of niet meer) deelnemen aan de vijandelijkheden en beperkt de middelen en methoden van oorlogsvoering.

Het gebruik van gewapende drones is onderworpen aan het humanitair recht, wanneer ingezet in oorlog. Gewapende drones worden niet anders beschouwd dan bemande vliegtuigen die bommen lanceren. Dit betekent dat het gebruik ervan de toets van de basisprincipes van het humanitair recht (proportionaliteit, voorzorg en onderscheid) moet doorstaan.

Voorstanders van het gebruik van (gewapende) drones wijzen erop dat aanvallen nauwkeuriger kunnen worden uitgevoerd en dat hierdoor minder slachtoffers vallen en schade is. Tegenstanders wijzen erop dat er te veel gekende gevallen zijn waarbij door vergissing te veel burgers werden gedood of verwond. Het debat wordt nog verder gezet…

Gelukkig zat ik in het rustige Lissabon en was er uiteraard geen sprake van een ‘gewapende’ drone…

Ja maar, wij gooien onze clusterbommen heel precies…

Pascal is al jarenlang vrijwilliger bij Rode Kruis-Vlaanderen. Hij is onder andere actief bij de hulpdienst en internationale samenwerking. In februari werkte hij mee aan de Frits Kalshovencompetitie.

Wist je dat het Rode Kruis zowel in oorlogs- als in vredestijd bouwt aan het respect voor het internationaal humanitair recht? Het internationaal humanitair recht is een verzameling regels die gelden in oorlogstijd.

Deze regels beschermen mensen die niet (langer) deelnemen aan het conflict – denk maar aan burgers of krijgsgevangenen – en beperkt de middelen en methoden van oorlogsvoering – bijvoorbeeld door clusterbommen of landmijnen te verbieden.

Een van de doelgroepen die we daarvoor benaderen zijn studenten aan de faculteit Rechten. Samen met het Nederlandse Rode Kruis organiseren we daarvoor elk jaar de Frits Kalshovencompetitie in Den Haag.

De studenten worden een week lang ondergedompeld in lezingen, rollenspelen en een heuse pleitwedstrijd over de regels en toepassing van het internationaal humanitair recht.

Elina legt de studenten het vuur aan de schenen. (c) Pascal Vervoort

Elina legt de studenten het vuur aan de schenen. (c) Pascal Vervoort

Het is in de rollenspelen dat ik, een – nu ja – rol speel. Samen met mijn partner-in-crime Elina, een Finse Rode Kruisvrijwilligster die in Leiden studeert en gespecialiseerd is in het internationaal humanitair recht, onderwerp ik de studenten aan een radio-interview.

Via dit rollenspel testen we of de studenten de basisprincipes van het internationaal humanitair recht in begrijpbare – lees: niet juridische – taal kunnen uitleggen.

Simpel zegt u? Nou niet echt…

Als rasechte journalisten met het slechtst denkbare karakter ontvangen we de studenten, die als vertegenwoordigers van hun regering in onze radiostudio te gast zijn. De nodige informatie hebben ze vlak voordien ontvangen via enkele fictieve persberichten.

De studenten proberen zo goed mogelijk op de vragen te antwoorden (c) Ronald Falke

De studenten proberen zo goed mogelijk op de vragen te antwoorden (c) Ronald Falke

We beginnen het interview heel gemoedelijk, maar al snel brengen we hen met onze vragen in een lastig parket. De studenten komen in de verleiding om de ‘acties’ van hun land op een politiek/diplomatieke manier te verdedigen.

Bijvoorbeeld over het gebruik van clusterbommen door ‘hun’ leger waarbij enkele burgerdoelen geraakt zijn. Elina raakt op dreef. Hadden die burgers dan maar ergens anders moeten wonen? Eén van de gasten beseft waar we naartoe willen en herstelt zich… Signaal voor mij om hen even te onderbreken met breaking news

Ik duw hen een telex onder de neus met nieuwe info: in een dorp bij het front hebben de bewoners een gewapende militie opgericht. Of ze daar even commentaar op willen geven…maar ga vooral verder met uw uitleg over de clusterbommen…

De reacties op dit soort onvoorziene ontwikkelingen zijn boeiend om te zien. Sommigen klampen meteen hun teamgenoten bij de arm om snel een gepast antwoord te vinden. Anderen proberen de lastige vragen te ontwijken… Maar dat is buiten Elina en mij gerekend natuurlijk, want wij hebben onze vragen al lang voorbereid.

Een half uur lang leggen we de studenten op deze manier op de rooster. Als we afronden zijn de meesten van hen zichtbaar opgelucht.

Ik geef uitleg aan een van de deelnemers. (c) Ronald Falke

Pascal in actie. (c) Ronald Falke

Met gemengde gevoelens sluit ik het laatste interview af. Vermoeid na zo’n hele dag praten tegen gewiekste juristen in spe. Opgelucht omdat het allemaal goed verlopen is. Maar ook met een beetje spijt dat het afgelopen is. Want al bij al is dit ook gewoon leuk. Meewerken aan dit rollenspel is een unieke kans om mijn kennis over het internationaal humanitair recht een beetje in de praktijk te brengen.

En wie weet: misschien werkt één van mijn zogezegde radiogasten over een tijdje wel voor het Internationaal Strafhof… als aanklager of zelfs als rechter in een zaak tegen een oorlogsmisdadiger die clusterbommen heeft ingezet.  Want voor de duidelijkheid: die wrede wapens zijn wel degelijk verboden…ook als ze precies gemikt zijn.

Meer weten over het internationaal humanitair recht? Neem dan een kijkje op deze website.